Greater Fool-theorie

Investeringsvalkuil Uitgelegd

De Greater Fool-theorie (of “Grotere Dwaas”-theorie) is een concept uit de financiële wereld dat helpt verklaren waarom mensen soms bereid zijn een product, aandeel of ander bezit te kopen voor een prijs die veel hoger ligt dan de werkelijke waarde. Dit komt vaak voor in speculatieve markten, waar de prijzen snel stijgen zonder duidelijke reden. Mensen kopen, in de hoop dat er altijd iemand – een grotere “dwaas” – zal zijn die het voor nog meer geld van hen overneemt.

Hoe werkt de Greater Fool-theorie?

Volgens de Greater Fool-theorie kopen beleggers of kopers producten niet omdat ze denken dat deze echt die hoge waarde hebben, maar omdat ze verwachten dat de prijs blijft stijgen en ze het later voor nóg meer kunnen verkopen. Ze rekenen erop dat er steeds nieuwe kopers bij komen die bereid zijn om meer te betalen, ondanks dat de echte waarde van het product of aandeel niet is toegenomen.

Een typisch voorbeeld:

  • Iemand koopt een huis voor €500.000, terwijl de waarde op basis van locatie en staat eigenlijk rond de €300.000 ligt.
  • Deze koper verwacht echter dat de markt het toelaat om het huis binnen enkele maanden of jaren te verkopen voor €600.000.
  • De koper is dus niet per se “verliefd” op het huis, maar denkt dat er altijd iemand anders zal zijn die bereid is meer te betalen.

Waar komt de Greater Fool-theorie voor?

De Greater Fool-theorie komt vaak voor tijdens bubbels – perioden waarin de prijzen van bepaalde markten of producten plotseling sterk stijgen. Voorbeelden hiervan zijn de dotcom-bubbel in de jaren 90, de huizenmarktcrisis van 2008, en meer recentelijk de enorme waardestijging van cryptovaluta en NFT’s (non-fungible tokens).

Wanneer mensen denken dat de prijzen blijven stijgen, nemen ze risico’s in de hoop op snelle winst. Deze prijsstijgingen gaan vaak door zolang mensen verwachten dat ze kunnen doorverkopen. Maar wanneer de “grotere dwazen” opraken, kan de markt ineens instorten, wat leidt tot grote verliezen.

Waarom vallen mensen voor de Greater Fool-theorie?

De Greater Fool-theorie speelt in op psychologische factoren, zoals hebzucht en de kuddegeest. Mensen zien anderen geld verdienen en willen daar zelf ook van profiteren. Vaak zijn mensen bang om een kans te missen (“fear of missing out” of FOMO), wat hen ertoe brengt om toch in te stappen, zelfs als ze weten dat de prijzen misschien te hoog zijn.

Daarnaast geven financiële markten soms het idee dat ze “altijd blijven stijgen.” Dit zorgt ervoor dat mensen minder kritisch kijken naar wat ze kopen, en zich meer richten op de potentiële winst.

Wat zijn de risico’s van de Greater Fool-theorie?

De belangrijkste risico’s van beleggen op basis van de Greater Fool-theorie zijn:

  • Verlies van geld: Wanneer de markt uiteindelijk inzakt, kunnen kopers grote verliezen lijden. Als de prijzen instorten, is het moeilijk om te verkopen, wat betekent dat beleggers vastzitten met een bezit dat niet meer de prijs waard is die ze ervoor betaalden.
  • Geen onderliggende waarde: Bij investeringen die worden gedreven door speculatie en niet door echte waarde, is de kans groot dat deze niet duurzaam zijn. Beleggers riskeren dus veel in iets dat geen blijvende waarde heeft.
  • Marktinstabiliteit: Grote prijsstijgingen gevolgd door plotselinge dalingen kunnen leiden tot financiële instabiliteit, zoals we zagen tijdens de huizenmarktcrisis in 2008.

Greater Fool-theorie in de praktijk: Cryptovaluta en NFT’s

In de afgelopen jaren zien we de Greater Fool-theorie vaak terug in opkomende markten zoals cryptovaluta en NFT’s. Veel mensen kopen digitale munten of kunstwerken voor grote bedragen, in de hoop dat ze het later duurder kunnen doorverkopen. De waarde van deze bezittingen is echter moeilijk in te schatten, waardoor ze vooral afhankelijk zijn van vraag en aanbod in plaats van werkelijke waarde.

Een goed voorbeeld hiervan is de cryptovalutamarkt, waar prijzen vaak snel stijgen zonder dat er een tastbare waarde achter zit. Beleggers kopen deze digitale munten in de hoop dat er een “grotere dwaas” is die later bereid is om nog meer te betalen.

Hoe kun je jezelf beschermen tegen de Greater Fool-theorie?

  1. Focus op waarde: Investeer in bezittingen met werkelijke waarde. Dit betekent dat je goed onderzoekt wat je koopt en of het echt iets is dat op de lange termijn waardevol blijft.
  2. Laat je niet meeslepen door de hype: Wees kritisch en laat je niet leiden door emoties zoals hebzucht of de angst om iets te missen. Vraag je af of je het bezit ook zou kopen zonder de verwachting van stijgende prijzen.
  3. Maak een plan: Voordat je investeert, stel een plan op. Weet hoeveel risico je bereid bent te nemen en blijf daarbij, ook als prijzen sterk schommelen.
  4. Weet wanneer je moet uitstappen: Soms is het beter om je winst te nemen en uit te stappen. Dit voorkomt dat je blijft vasthouden aan een belegging in de hoop op nog hogere prijzen.

Conclusie

De Greater Fool-theorie laat zien hoe mensen soms bereid zijn veel te betalen voor een bezit, ondanks de werkelijke waarde. Door te speculeren hopen ze dat er altijd iemand anders is die bereid is nog meer te betalen. Dit kan goed uitpakken, maar brengt ook grote risico’s met zich mee. Door bewust te beleggen en te focussen op werkelijke waarde, kun je voorkomen dat je zelf de “grotere dwaas” wordt.